(1965) (inf.) broodje belegd met pekelvlees en lever.
• Maar eerst: een broodje halfom. (Max Dendermonde: Een blauwe maandag op aarde. 1965)
• Uit de joodse traditie stammen bijvoorbeeld Amsterdams zuur, Amsterdamse leverworst en het broodje halfom (met ongelardeerde lever), en van de Vlamingen is de traditionele stoofpot afkomstig. (Jaap van der Wal: Amsterdam. 2005)
• (Bart Chabot: Broodje halfom. 2006)
• Vaak kwam de onuitputtelijke geinponem kermend de zaak binnen met de kreet “geef me gauw een broodje halfom, want ik zie scheel van de honger”. (Jan Luitzen: Max Tailleur. Mijn leven was geen mop. 2010)
• Een saucijzenbroodje, een broodje filet, een broodje halfom. (Mark Verver: Ik heb nergens spijt van. 2012)
• Een uiterst populaire lekkernij was het ‘broodje halfom’: een wit bolletje met daartussen plakken pekelvlees en runderlever. Halfom was van oorsprong een Joodse specialiteit, en het is dan ook geen wonder dat het nergens zoveel gegeten werd als in Amsterdam. (Han Lörzing: Mijn generatie. Een ode aan de babyboomer. 2015)
• (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014)
• Even later zaten we achter een nieuw broodje, ditmaal halfom, maar Ruud was met zijn gedachten bij de mannen van de krul en kreeg geen hap meer door zijn keel. (Maarten Spanjer: Geluk is een herinnering. 2019)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk