Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 15-07-2021

bos uien

betekenis & definitie

(2012) (sch.) okselharen.

• Op haar verjaardag, ik was toen dertien, veertien jaar, zag ome Klaas een keer dat er haren groeiden in mijn oksels. “Wat heb jij daar nou voor een bos uien onder je armen,” zei hij. (Nico ter Linden: Een goed kind regeert z”n eigen. 2012)