1) (2006) (jeugd) grieperig.
• (Prisma miniwoordenboek. Drop je lyrics. 2006)
• Jongerentaal uit 2008. Blaf • Grieperig. (Wim Daniëls: Brugboekie. 2010)
2) (1934) (Barg.) kaart. 'Peren met de blaffen' of blaffen (3)*: kaartspelen.
• (J.G.M. Moormann: De geheimtalen: Bronnenboek. 1934)
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018)
3) (1950, vero.) (in de uitdrukking: kleine blaf) (Vlaanderen, Barg.) bankbriefje van 100 Belgische frank. ‘Grote blaf’ is dan 1000 Belg. frank.
• Kleine blaf. (Alleen in het enkelvoud): bankbriefje van 100 fr. Wordt ook soms ‘blafferke’ genaamd. De blaffer of blaffaard was een oud muntstuk dat 6 oortjes waard was. De grote blaffer daarentegen had een waarde van 26 ½ centen. Door kleine blaf beduidt men thans een bankbriefje van honderd frank en door grote blaf een van duizend frank. (Oostvlaamsche Zanten. Mededelingen van de bond der Oostvlaamse folkloristen, september-december 1950)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk