Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 29-09-2021

beren

betekenis & definitie

1) (1980+) (jeugd) populair werkwoord dat voor allerlei handelingen kan gebruikt worden: een kroketje of een colaatje beren (halen): zijn brommer nog moeten beren (schoonmaken) enz. Vermoedelijk uit hiphopkringen.

• Beren. Veel handelingen worden door 'beren' vervangen. Bij voorbeeld: Ik ga even een colaatje beren. (Subtaal van jongeren in het Parool, 25/11/1989)
• (Hans Auer: Zeg nooit doei. Het foute woordenboek van de Nederlandse taal. 1995)

2) (1974) (inf.) ontlasting hebben. Er wordt geassocieerd met het bruine dier. Syn.: bouten*.

• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
G.L. van Lennep in NRC Handelsblad, 31/03/1979, lijst met jeugdtaal)
• (Ad van Gaalen en Frans van den Mosselaar: Kèk mè nâh. Plat & bekakt Haags. 1985)
• Beren: schijten. (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986)
• Terwijl ik zit te beren beuken er allemaal vliegen tegen mijn kop, waardoor de koude rillingen over mijn hele lijf gaan. (Irvine Welsh: Trainspotting. Ned. vertaling Ton Heuvelmans. 1993)
• Wij poepten niet, wij 'drukten' (toen ik eenmaal studeerde ben ik ongemerkt van drukken overgestapt op het eloquentere ontlasten en toiletteren, en nog later op kakken, bouten, beren en wat voor studentikoze en grove benamingen er meer waren te bedenken). (Ronald Giphart: Mijn vrouw & andere stukken. 2009)

3) (1991) (< Sur., jeugd) copuleren, neuken.

• (J. van Donselaar: Woordenboek van het Surinaams-Nederlands. 1989)
• (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991)

4)(2000) (Rotterdam, straattaal) verraden.

• Beren: verraden. (Ons Erfdeel. Jaargang 43. 2000)
• (Marc van Oostendorp: Rotterdams. Taal in stad en land. 2002) p. 78

5) (2007) (Vlaanderen, jeugd) overgeven, kotsen.

• ‘Barfen’ en ‘beren’ zijn typisch voor de Oost-Vlaamse jongerentaal. Ze komen ook een paar keer over de provinciegrens voor: ‘barfen’ in het West-Vlaamse Waregem en het Antwerpse Mechelen en ‘beren’ in het West-Vlaamse Knokke-Heist en het Vlaams-Brabantse Tielt. (Evelien Van Renterghem e.a.: Variatie(s) op je bord! Dialect en jongerentaal voor eten en drinken. 2007)

6) (1913) (stud.) schulden maken.

• (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)

7) (2004) (straattaal) masturberen.

• (Wim Daniëls: Vet! Jongerentaal nu en vroeger. 2004) p. 99
• Dat het draait om 'seks hebben' had u al wel begrepen. Ziet het batchie (meisje) het toch niet helemaal zitten? Ga kakken of schijt omhoog (in Vlaanderen), ga blazen (in Nederland), zegt ze in dat geval. En wat doen afgewezen jongens dan: ze glijden in Vlaanderen, ze kloppen, pachie tachen of beren in Nederland (masturberen). (De Standaard, 24/06/2008, over straattaal)

8) (2009) (< Sur.) (straattaal) (in de uitdrukking ‘het beren voor iemand’) iemand afstraffen of iets betaald zetten, het hem of haar moeilijk maken.

• (Renata de Bies: Prisma Woordenboek Surinaams Nederlands. 2009)