(1962) (jeugd) als voorvoegsel gebruikt ter versterking; bijvoorbeeld: bereblij, beredruk, beregoed, bereleuk enz. Meestal gezegd van muziek, film, een persoon enz. De reclame rond Pastachoco in de jaren zeventig van de twintigste eeuw heeft bijgedragen tot de populariteit van het woord. Op televisie had je een reclamefilmpje van twee beren die het goedje proefden en daarna met een zware stem uitriepen "Pastachoca... beregoed!" De eerste advertentie voor Pastachoca in het Nieuwsblad van het Noorden verscheen op 14 mei 1970, met de aanbeveling Beregoed!
• Ik houd van plaatjes, waar je lekker op kunt dansen. Ja, vooral Cliff en Richard, die zijn ~beregoed. (Beatrijs, 24/11/1962)
• Géén paniek! Als ik even die balpunt vast mag houden, is 't zo gepiept, maar ik leg wél even mijn zweetkakkers op die verwarming van je. Bérenkoud buiten, zeg!! (De Telegraaf, 23/03/1963)
• Kun jij me aan zijn adres helpen, dan kan ik hem eens schrijven hoe beregoed ik zijn liedjes vind. (Beatrijs, 10/07/1965)
• Hierbij zend ik u enige van die eh plakkers, over het beregoede (rot) blad. (Hitweek, 30/12/1966)
• Help .... dat is de naam van een beregoed radio-programma. (Hitweek, 20/09/1968)
• Toen ik onder de ijzeren brug doorreed, dacht ik al, dat wordt beregoed. (De Gids, Volume 132. 1969)
• Bere-, zeer; beregoed: zeer goed. (Rouke G. Broersma: Recht voor z’n raap. Jargonboek voor hippe en andere vogels. 1970)
• 'Beregoed,' vond Wermont. 'Retegoed,' zei een ander. (Boudewijn van Houten: De ontgroening. 1971)
• Ik vond het reuzegoed... zeg maar beregoed. (W.F. Hermans: Uit talloos veel miljoenen. 1981)
• ‘Wordt mooi hè, de gang?’ vroeg hij mij, wanneer ik haastig de trap af wilde hollen om buiten te gaan spelen en dan bleef ik even staan kijken. ‘Nou,’ zei ik, ‘bere.’ (Kees van Kooten: Veertig. 1982)
• Maar wat Lionel ook zingt, het is altijd beregoed. (Muziek Express, oktober 1986)
• ... daar zou ze wel bereblij mee zijn. (Dr. Kees Van Kooten: Zeven Sloten. 1989)
• 't Kon beregaaf & netespannend worden.... (Jan Eilander: Altijd te laat. 1992)
• Die speelde tegen de Schotten een berewedstrijd. (Nieuwe Revu, 24/06/1996)
• Die vriend van je moet wel erg belangrijk zijn als hij over zulke bere informatie beschikt. (Clark Accord: De koningin van Paramaribo. 1999)
• Zijn vader was boer - en een boer was bere-onafhankelijk en iedereen kon de pest krijgen. (Rinus Ferdinandusse en Tomas Ross: De mannen van de maandagochtend. 2003)
• Hij was vingervlug, beregoed en zo jong nog, mijn leeftijd. (Peter Langendam: Morgen gebeurt het. 2007)
• Dus we gingen, later in de week, uiteindelijk samen koffiedrinken en het werd eigenlijk nog beregezellig. (Paul de Leeuw: Boos op de lucht. 2009)
• Bleken die knakkers er een bere-ingewikkeld slot op te hebben gezet. (Ilja Leonard Pfeijffer: Harde feiten. 2010)
• Wat een bereleuke school is dit! (Marcel van Roosmalen: Het is nooit leuk als je tegen een boom rijdt. 2011)
• We gingen op bezoek bij Geertje en Moshe, en het werd zoals te verwachten ‘beregezellig’. (Marieke van der Pol: Voetlicht. 2013)
• Ik denk dat ze zo bere-oud is geworden doordat ze haar gevoel voor humor niet kwijt is en doordat ze alles en iedereen in de smiezen houdt. (Yvonne Kroonenberg: Wees blij dat je ze nog hebt. 2014)
• Waarom Hugo Claus er dan zo eenvoudig van langs krijgt – volkomen terecht overigens: eerste zestig bladzijden beregoed, dan blubber … (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• We waren berestoned en tegelijkertijd tot het uiterste gespannen ….(Joost Zwagerman: Grote groet uit Zwagerland. Samengesteld door Maria Vlaar. 2018)
• “Beregezellig was het, beregezellig” sprak hij. (Lotte Hendrickx: Seks, een en al seks. 2019)
