Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-08-2023

2.0

betekenis & definitie

(2005) (inf.) staat voor vernieuwing, alles wat op een nieuwe manier gedaan wordt. Deze kreet, afkomstig van de term 'web 2.0' (waarbij verwezen wordt naar het gebruik van nieuwe technologieën in webpagina's), slaat op alles wat breekt met het oude. Iedere gebruiker kan informatie zowel uploaden als downloaden (je hoeft dus niet noodzakelijk een webmaster te zijn). De oorspronkelijke term werd bedacht door Tim O'Reilly. Wie er begin 21e eeuw wenst bij te horen gebruikt dus de term '2.0', bijvoorbeeld: werken 2.0. (een nieuwe manier van werken).

• Religie is na een upgrade naar versie 2.0 ineens weer acceptabel voor hen die het christendom te stoffig vonden, maar in hun hart, zonder het zelf te weten, niet zonder kunnen. (Henk van Straten: Smet. 2009)
• Achter allerlei benamingen verschijnt tegenwoordig de aanduiding 2.0. Wat is dat nou weer? Een ambtenaar 2.0 bijvoorbeeld is er een die de mogelijkheden van internet optimaal benut. Voor dit taalgebruik heeft de uitdrukking web 2.0 model gestaan. Ze slaat op de tweede fase in de ontwikkeling van internet. Kenmerkend daarvoor zijn de opkomst van sociale netwerksites als Facebook en Twitter, en de toepassing van nieuwe technologie. Maar in reclametaal betekent 2.0 vaak niets meer dan 'nieuwe versie'. (Trouw, 02/03/2011)
• Voor het oog van de camera schoof Bleker onhandig een zelfgeschreven briefje naar Mauro. Er stond op dat hij best met hem mee mocht naar het voetballen. Witteman vergat de staatssecretaris te complimenteren met dit sociaal-christelijke gebaar. Juist nu. Wat een barmhartigheid. De pechvogel mocht met zijn beul mee voor nog een lolletje in Nederland. Het Laatste Avondmaal 2.0. zeg maar. (Nieuwe Revu, 02/11/2011)
• In elke spiegelende etalageruit keek ik even tersluiks naar mezelf en zag dat het goed was. Het was Renske 2.0. (Renske De Greef: Geen paniek. Over ongemakkelijke situaties en andere feestelijkheden. 2012)
• Paus streeft naar Vaticaan 2.0. (de Standaard, 10/07/2014)
• Klopt, dit was mijn pleidooi voor de ouwe lul 2.0. (Bastiaan Ragas: Huisje, boompje, buikje. 2015)
• Dus je laat aan de kijker zien wat het betekent om ouder te worden en dat zit je dan zelf totaal strakgetrokken en met een hectoliter verf in je haar uit te leggen aan Matthijs. Dat is toch humor van de bovenste plank? Volgens mij moet dat juist een nieuw programma worden: hoe idioot de bejaarde 2.0 er tegenwoordig uitziet. (Youp van ’t Hek: Ijdel onkruid. 2017)
• A. legde mij uit dat deze preutsheid 2.0 niet alleen in Wall Street regeert, maar overal in de wereld. (Youp van ’t Hek: Lonely at the top. 2019)
• Alhoewel, die appel was meer Gods probleem, Hij maakte er een drama van, niet Eva. Bovendien zijn er zo veel ontwerpfouten dat ik mens 2.0 liever aan een bètatechneut overlaat. (Lale Gül: Ik ga leven. 2021)
• Natnek was het typetje ‘grote mond, veel te lui’. Zijn broer, Natnek 2.0, was de echte stoere jongen van de twee. (Deborah Seymus: Vijftig piemels later. 2022)