Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 19-04-2017

Heterologisch

betekenis & definitie

Niet op zichzelf van toepassing. ‘Duits’ (dat geen Duits woord is) en ‘monosyllabisch’ (geen monosyllabisch woord) zijn heterologische adjectieven. Homologisch (of autologisch) betekent ‘op zichzelf van toepassing’. ‘Nederlands’ (dat een Nederlands woord is) en ‘polysyllabisch’ (een polysyllabisch woord) zijn op zichzelf van toepassing en dus homologisch.

De heterologische paradox, toegeschreven aan K. Grelling (1886-1942, omgekomen in Auschwitz) en H. Weyl (1885-1955), ontstaat wanneer men zich afvraagt of ‘heterologisch’ zelf een heterologisch adjectief is. Als dat zo is, dan is het op zichzelf van toepassing en dus niet heterologisch. Als het niet heterologisch is, dan is het niet op zichzelf van toepassing en dus heterologisch. Dit is een van de soms ‘semantisch’ genoemde paradoxen (zie paradox, paradox van russell, typentheorie).

G. Ryle, ‘Heterologicality’, Analysis, vol. n, 1951, herdrukt in M. Macdonald (red.), Philosophy and Analysis, 1954, en in Ryle’s Collected Papers, 1971, deel 2.