(Melampyrum L.), plantengeslacht uit de familie der Scrophulariaceeën met 25 soorten op het Noordelijk Halfrond, 1-jarige halfparasieten met bloemen met een buisvormige 4-tandige kelk, een zijdelings samengedrukte bovenlip met teruggeslagen randen, een 3-spletige onderlip met 2 papillen en 4 2-machtige meeldraden met kortbehaarde helmknoppen en met samengedrukte eivormige toegespitste vruchten met i of 2 langgerekt-eivormige gladde zaden per hokje.
In Nederland vindt men: algemeen in bossen en op diluviale zandgrond M. pratense L. of Hengel, met naar 1 zijde gekeerde gele bloemen in de oksels van groene schutbladen; zelden op kleiachtig bouwland vnl. in het fluviatiele district Af. arvense L. (Wilde Weit), met naar alle zijden gekeerde paarsrood met gele bloemen in de oksels van ei-lancetvormige, veerspletige, meest roodachtige schutbladen, beide met lijn-lancetvormige gaafrandige tegenoverstaande bladen.