Engels natuurkundige (Lacok Abbey, bij Chippenham, Febr. 1800 17 Sept. 1877), was de eerste in Engeland, die in 1824 op het denkbeeld kwam om de oude Italiaanse uitvinding (Battista Porta, 17de eeuw) der Camera Obscura te gebruiken voor het vastleggen van wat hij noemde „pictures of nature’s painting” en wat niet anders was dan fotografische afdrukken maken. Hij legde daardoor de grondslag voor de ontwikkeling der fotografie.
Hij was het ook, die de betekenis van de in chroomzouten gedrenkte gelatine voor de fotografie en de fotochemigrafie ontdekte. Daardoor werd zijn werk van de grootste betekenis, ook voor de ontwikkeling der grafische reproductie. Hij verbeterde ook de telescoop en was een der eersten, die de in spijkerschrift geschreven opschriften, in Nineveh gevonden, ontcijferde.