Als men in de wand van een donkere kamer een kleine opening maakt, ziet men op een er achter geplaatst scherm de beelden der voorwerpen, die zich aan de andere kant der opening bevinden. Van elk lichtend punt wordt slechts een zeer smalle lichtbundel door de opening doorgelaten; op het scherm ontstaat een beeld, dat punt voor punt met het lichtend voorwerp overeenstemt.
De beelden moeten omgekeerd zijn. Neemt men de opening groter, dan geeft elk punt der lichtbron een lichtvlek; de beelden van naburige punten vallen gedeeltelijk over elkaar, zodat de afbeelding, hoewel lichtsterker, minder scherp wordt.De camera obscura is de voorloper van het fotografietoestel. In zijn meest eenvoudige vorm was de camera obscura reeds bekend aan Leonardo da Vinci, terwijl Giambattista della Porta in zijn Magia naturalis (1589) melding maakt van een camera, voorzien van een positieve lens.