Duits letterkundige (Barmen 11 Oct. 1882), studeerde letteren te München, was adviseur van verschillende uitgeversfirma’s. Van 1923-’43 leidde hij het tijdschrift Die schone (later: neue) Literatur. Hij schreef sprookjes, novellen en poëzie, werd vooral bekend door zijn bloemlezingen (Die Ernte), vertalingen en bewerkingen van oude Duitse literatuur.
Sinds 1933 was hij een der vurigste voorstanders van nationaal-socialistische terreur op cultureel gebied.Bibl. (voorn. werken): Die Ernte der deutschen Lyriek aus acht Jahrhunderten (1906); Tristan und Isolde (1911); Parzival (1911); Martin Luthers Jugendjahre (1918, roman); Tiermärchen (1930); Kranz des Lebens (1934, verz. gedichten); Die Ernte der Gegenwart (1940).
