Hoewel voor het galvanisch neerslaan van zink soms zure baden worden gebruikt, werkt men vooral met alkalische baden, welke in vele opzichten op alkalische koperbaden gelijken. Zij bevatten echter meer loog.
De zinkanoden moeten bij buiten bedrijf zijnde baden verwijderd worden, daar zij reeds zonder stroomdoorleiding oplossen. Brit. Thomson Houston Co geeft op voor een glanszinkbad: 75 g/l cyaannatrium, 60-75 g/l etsnatron, 60-75 g/l cyaanzink en 5 g/l natriumthiosulfaat, stroomdichtheid van 1,5-3 amp./dm3. Na afloop dompelt men het verzinkte voorwerp in een glansbeits van 0,25-0,50percentig salpeterzuur, waardoor een fraaie, blauwwitte glans wordt verkregen. De zinklaag wordt echter spoedig grauwgrijs van kleur (z ook galvanotechniek).