Werkwoorden vervoegen
verzinken (galvaniseren)
Tegenwoordige tijd verzinken
Ik verzink
Jij verzinkt
verzink jij?
U verzinkt
Hij/Zij/Het verzinkt
Wij verzinken
Jullie verzinken
Zij verzinken
Verleden tijd van verzinken
Ik verzinkte
Jij/U verzinkte
Hij/Zij/Het verzinkte
Wij verzinkten
Jullie verzinkten
Zij verzinkten
Voltooid deelwoord van verzinken
verzinkt
Tegenwoordig deelwoord van verzinken
verzinkend
verzinken (wegzinken)
Tegenwoordige tijd verzinken
Ik verzink
Jij verzinkt
verzink jij?
U verzinkt
Hij/Zij/Het verzinkt
Wij verzinken
Jullie verzinken
Zij verzinken
Verleden tijd van verzinken
Ik verzonk
Jij/U verzonk
Hij/Zij/Het verzonk
Wij verzonken
Jullie verzonken
Zij verzonken
Voltooid deelwoord van verzinken
verzonken
Tegenwoordig deelwoord van verzinken
verzinkend