1-zaadlobbige plantenfamilie met slechts i geslacht, Typha L. of Lisdodde, en 9 soorten in de gematigde en warmere gewesten. Het zijn overblijvende moerasplanten met in 2 rijen staande lijnvormige bladen en 1-huizige bloemen, dicht opeen in rolronde aren, een onderste met vrouwelijke, een bovenste met mannelijke bloemen.
Deze hebben een uit haren bestaand bloemdek en meest 3 meeldraden, gene in plaats hiervan een i-bladig vruchtbeginsel met een lijn- of spatelvormige stempel en 1 hangende zaadknop, dat tot dopvrucht rijpt. De pollentetraden worden door de wind vervoerd. In Nederland vindt men algemeen T. latifolia L.,met bredere bladen en aaneensluitende mannelijke en vrouwelijke aar, en T. angustifolia L., met smallere bladen en ruimte tussen de beide aren. Volksnamen voor deze planten zijn kanneboenders, lampenpoetser, duikelaar enz. Zij worden vaak in droge bouquetten gezien.