is de naam waarmee de bewoners van Midden-Celebes worden aangeduid. Het woord is van Boeginese oorsprong en betekent „bovenlander”, en had de minachtende betekenis van onbeschaafd mens.
Naar de taal onderscheidt men West-, Oost- en Zuid-Toradja’s. Binnen elk dezer groepen is nog een aantal dialecten te onderscheiden. De Oost-Toradja’s zijn voor het grootste deel gekerstend. De Toradja’s zijn primitieve landbouwers. Alleen de Zuid-Toradja’s (of Sadang-Toradja’s) die ook overigens, onder Boeginese invloed, minder primitief zijn, hebben sawahbouw.Lit.: N. Adriani en Alb. C. Kruyt, De Bare’e-sprekende Toradja’s van Midden-Celebes (de Oost-T.), 2de, geh. omgew. dr. (Amsterdam i950-5i), 4 dln (Verh. Kon. Ak. v. Wetensch., afd. Letterk. LIV, LV, LVI); A. C. Kruyt, De West-Toradja’s op Midden-Celebes (Amsterdam 1938, 5 dln) (Verh. Kon. Ak. v. Wetensch., afd. Letterk. XL).