overgrootvader van Parzival, was de eerste koning van de „Heilige Graal”, waarvoor hij een tempel bouwde. Onder de namen Oudere Titurel en Jongere Titurel zijn een tweetal dichtwerken uit de Duitse riddertijd bekend.
Het eerste daarvan stamt van Wolfram van Eschenbach en schildert de liefde van Schionatulander en Sigune. Dat dit werk Titurel genoemd wordt berust op een vergissing, die ontstaan is doordat de naam Titurel in de eerste regel genoemd wordt. Het laatste is een uitvoerige uitwerking van ditzelfde gegeven in een zeer uitvoerig epos over het Graalkoningschap, dat in de tweede helft van de 13de eeuw gedicht is door Albrecht; uitgegeven door Hahn (1842).