Wat is de betekenis van Tempo?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tempo

tempo - Zelfstandignaamwoord 1. de snelheid waarmee een muziekstuk wordt gespeeld Het tempo van dit pianostuk ligt behoorlijk laag. 2. de snelheid waarmee dingen elkaar opvolgen Het tempo van de les lag een pak hoger dan in de lagere school. ...

2024-04-27
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

tempo

1. Snelheid waarmee een speler biedt of speelt. Idealiter wordt ieder bod in hetzelfde ‘tempo’ gedaan en iedere kaart in hetzelfde ‘tempo’ gespeeld. Het opzettelijk variëren van tempo (zoals aarzelen voordat een singleton wordt bijgespeeld) is verboden. Het onopzettelijk variëren van tempo is in een denksport als bridge niet te vermijden. De partne...

2024-04-27
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Tempo

Tempo - 'tempo maken': de snelheid verhogen, sneller fietsen. Fr. donner l'allure; Eng. to set the pace. 'Het tempo drukken': bewust langzamer gaan rijden, afstoppen. 'Op tempo winnen, verliezen': door tempodwang winnen of verliezen. 'Strak tempo': hoog en gelijkmatig tempo. 'Het tempo dicteren': het tempo bepalen binnen de groep renners. 'Het temp...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tempo

tempo - zelfstandig naamwoord uitspraak: tem-po 1. snelheid waarmee je iets doet of waarmee iets gebeurt ♢ in hoog tempo maakte hij alle vragen 1. tempo maken [steeds sneller gaan] ...

2024-04-27
Samenvattingen Wikipedia

Wiki (2017)

tempo

A tempo is een Italiaanse muziekterm met betrekking tot het tempo waarin een stuk of passage uitgevoerd dient te worden. Deze aanwijzing wordt gegeven indien in een muziekstuk het tempo is gewijzigd door een versnelling of vertraging en men weer terug moet naar het tempo dat gold voor de betreffende versnelling of vertraging. Als bijvoorbeeld in e...

2024-04-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

tempo

tempo: snelheid.

2024-04-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

tempo

(het; -’s) - vaart, snelheid: tempo maken, de snelheid verhogen; het tempo aangeven, bepalen, dicteren, bepalen hoe snel er gereden wordt; het tempo drukken, breken, bewust langzamer fietsen, bv. om (een groep renners) af te stoppen; gestrekt tempo, hoog tempo, net onder topsnelheid. • Hij schakelde opnieuw een tandje terug, maar hield het tempo zo...

2024-04-27
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

tempo

(het; -’s) 1 SP - de relatieve snelheid waarmee bewegingen, of onderdelen ervan, elkaar opvolgen: het tempo verhogen, opvoeren. • De vijfenzeventig lopers uit zeventien landen zorgden zelf voor de eerste problemen door in een ongelooflijk hoog tempo te vertrekken. (HEMER) • Als ik nu te veel tempo ga maken, loop ik de kans mezelf op te blazen. Nie...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Tempo

Tempo (It. tijd), snelheid waarmee een stuk gespeeld wordt of gespeeld moet worden. Sinds de uitvinding van de metronoom (1815) kan het tempo worden aangegeven met een metronoomcijfer. Dit handige apparaatje bleek toch niet altijd uitkomst te bieden, getuige het feit dat veel componisten later op hun eigen metronoomcijfers terugkwamen. Bartók was e...