Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tamaricaceeën

betekenis & definitie

vormen een plantenfamilieuitdeordeder Cistifloren, ook wel gerekend tot een orde Parietales, met 4 geslachten en ca 100 soorten van Europa en het mediterrane gebied tot Oost-Azië en Indië.

Het zijn meest houtgewassen met verspreide zittende schub- of naaldvormige bladen zonder steunblaadjes en alleenstaande of tot aren of trossen verenigde kleine, witte of rosé regelmatige 2-slachtige bloemen met 4 of 5, zelden 6 kelk- en kroonbladen, 4, 5 of 10, soms meer op een discus zittende meeldraden en een bovenstandig 1hokkig vruchtbeginsel met 2-5 pariëtale zaadlijsten en 2-veel zaadknoppen op het lagere gedeelte daarvan, dat rijpt tot een doosvrucht met van zaadpluis voorziene zaden.

De bekendste geslachten zijn Tamarix L., met meest 4 of 5 vrije meeldraden, een vruchtbeginsel met 2-5 stijlen en zaden met een zittend haarkuifje op de top en met 78 soorten, waarvan de mediterrane T. gallica L. veel als sierstruik gekweekt wordt en Myricaria Desv., met 10 1-broederige meeldraden, 3 zittende stempels en gesteeld zaadpluis en met 10 soorten, o.a. de als sierstruik gekweekte M. germanica (L.) Desv. Schors en gallen van Tamarix-soorten leveren looistof en van de jonge twijgen van de var. mannifera van T. gallica (Arabië, Iran) gewint men een suikerrijk secretieproduct, gevolg van de steek van een schildluis (z Manna).

< >