Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SLÁDEK, josef václav

betekenis & definitie

Tsjechisch dichter (Zbiroh 25 Oct. 1845 - 28 Juni 1913), behoorde tot de „Cosmopolitische” school om het tijdschrift Lumǐr, doch toen hij na zijn studie in 1868 naar Amerika trok, als consequentie van zijn Westerse (vooral pro-Angelsaksische) gezindheid, werd hij weldra door heimwee gekweld, zodat hij reeds in 1870 terugkeerde. Hij was sindsdien bescheiden journalist en Engels leraar aan de Tsjechische Handelsacademie te Praag.

Zijn eerste gedichten getuigen reeds van zijn heimwee naar het land en de mensen die hij had achtergelaten. Na zijn terugkeer bezong hij zijn vaderland in triomfantelijker tonen; hij wendde zich vooral tot het eenvoudige volk, de boer, schreef sociale epiek en lyriek. Hij achtte het de taak van de dichter, „het hart van het volk” te zijn. Zijn zeer muzikale poëzie (ook kindergedichten) is dikwijls getoonzet. In zijn laatste periode overheerst berusting, bezinning op het lijden en de dood (hij was lang ziek). Invloed onderging hij vooral van Neruda en Vrchlický alsmede van Robert Burns, die hij vertaalde.

Bibl. (voorn. werken): Písně smutečné (1901); Selské Písně en Nové selské písně (1909); Za soumraku (1907); Lethe (1909). Voorts vert. van 33 stukken van Shakespeare, Burns, Longfellow e.a.

< >