een orde der Eenzaadlobbige planten. Zij omvat ca 1860 tropische soorten, overblijvende kruiden met een rhizoom, in schede, steel en schijf verdeelde vinnervige bladeren en fraaie zygomorphe of asymmetrische meest 2-slachtige bloemen van het gewone Monocotylen-type met meest minder dan 6, vaak door staminodiën vervangen meeldraden en een onderstandig meest 3-hokkig vruchtbeginsel, dat rijpt tot een bes of doosvrucht met meest van een arillus en peri- zowel als endosperm voorziene zaden.
De er toe behorende families zijn de Musaceeën, Zingiberaceeën, Marantaceeën en Cannaceeën.