Duits paedagoog en klassiekfiloloog (Breslau 17 Dec. 1854 - Münster 26 Nov. 1921). Sinds 1905 te Münster Honorarprofessor aan de universiteit, schreef talrijke werken, ook filologische, waarvan vooral bekendheid heeft verworven zijn Grundfragen der Homerkritik (1895, 3de dr. 1923).
Ook hebben een blijvende waarde de drie boeken, die zijn opvattingen van de klassieke Oudheid aan het onderwijs en in het bijzonder het leven dienstbaar trachten te maken: Die Kunst des Uebersetzens (1894); Grammatica militans (1898); Palaestra vitae (1903), alle meermalen herdrukt.Lit.: Fr. Cauer in Biogr. Jahrb. f. d. Altertumswiss. (Bursians Jahrb.) 43, 1923 (1924), blz. 1-32.
