Duits officier en politicus, was majoor en commandant van een bewakingsbataljon te Berlijn, toen in Juli 1944 een aantal generaals een Putsch ondernamen tegen het regime van Hitler. Het ingrijpen van Remer gaf toen de doorslag ten nadele van de opstandelingen.
Als beloning werd hij bevorderd tot gen.-majoor. Na Wereldoorlog II werd hij door een zuiveringshof vrijgesproken, waarna hij zich in de politiek begaf (1949). Sedert 1950 is hij een der voornaamste leiders van de uiterst rechtse, meestal als neonat.-soc. beschouwde, Sozialistische Reichspartei (S.R.P.), en voerde als zodanig een felle oppositie tegen de regering-Adenauer en de bezettende mogendheden. In Sept. 1952 ontbond deze partij zichzelf, waarschijnlijk om een verbod door het constitutionele gerechtshof der Bondsrepubliek te voorkomen, welk verbod op 23 Oct. toch volgde.