(Nerium L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Apocynaceeën. Het telt 2 soorten, altijd groene heesters met tegenovergestelde of kransstandige, gaafrandige bladeren, grote eindelingse tuilen rosé, zelden witte bloemen met getande keelschubben en als een kegel over de stempel heen gegroeide, naar boven in een pluim uitlopende meeldraden, en met langwerpige vruchten met gekuifde zaden: N. Oleander L., een oeverplant van het mediterrane gebied met lancetvormige bladeren, geurloze bloemen en 3- of 4-tandige keelschubben, en N. odorum Sol., lagerblijvend met lijnlancetvormige bladeren, geurende bloemen en 4- tot 7-tandige keelschubben, uit O.-Indië, beide zeer vergiftig.
Zij worden als sierplant in kuipen, die ’s zomers buiten kunnen staan, veel gekweekt en vragen veel water.