vroeger ten onrechte „Sinaiticus” genoemd (gest. ca 430), was een theologisch en literair gevormd kloosteroverste in Ancyra, leerling van de H. Chrysostomus.
Hij is bekend door zijn ascetische geschriften, bestemd voor monniken, welke grotendeels een compilatie zijn uit geschriften van andere auteurs. Hij toont groot inzicht te bezitten in de antieke wijsbegeerte. Bovendien liet hij talrijke brieven na, waarvan de briefvorm voor een deel fictief is. Ten onrechte zijn aan hem toegeschreven de Narrationes de caede monachorum in monte Sinai, een verhaal over de moord op de monniken van de berg Sinaï, waarvan de auteur onbekend is. Zijn gedenkdag valt op 12 Nov.Lit.: F. Degenhart, Der hl. N. Sinaita (1915); K. Heussi, Untersuchungen zu N. dem Asketen (1917); idem. Das Nilusproblem (1921).