Italiaans politicus en schrijver (Sebenico, Dalmatië, 9 Oct. 1802 - Florence i Mei 1874), werd in 1848 minister van Onderwijs te Venetië, vluchtte na de ineenstorting van de regering-Manin naar Korfoe en vestigde zich in 1861 te Florence. Hij schreef talrijke romans en gedichten, waarin hij zijn vaderlandslievende gevoelens uitsprak, voorts politieke geschriften, literair-critische werken en diverse nog steeds gezaghebbende woordenboeken.
Hij was een typisch romantisch en Risorgimento-auteur, vol zin voor volkskunst (onderzoek naar het volkslied e.d.).Bibl.: Dizionario dei sinonimi (1830); DelPeducazione (1836, nieuwe uitg. 1918); Fede e bellezza (rom., 1840, n. uitg. 1922); Diz. estetico (1840, 1867); Ganti popolari corsi, toscani, greci, illirici (1841); II duca d’Atene (rom., 1837); Memorie poetiche e poesie (1838); La commedia di Dante (1837; waarin hij de lit. bronnen van Dante aanwees); Dizionario della lingua italiana (met B. Bellini, 4 dln, 1861-1879; nieuwe uitg., 2 dln, 19161920); Storia civile nella letteraria (1872); Poesie (1872), e.a.
Lit.: G. A. Borgese, Storia d. critica romantica in Ital. (Milano 1920); R. Giampini, N. T. (Firenze 1945, fundamenteel).