Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Ludimar HERMANN

betekenis & definitie

Duits physioloog (Berlijn 21 Oct. 1838 - Koningsbergen 6 Juni 1914), studeerde geneeskunde te Berlijn, werd in 1868 gewoon hoogleraar in de physiologie te Zürich en in 1884 te Koningsbergen. Tegenover de vocaal theorie van Helmholtz (verklaring door de harmonische partiële tonen) stelde hij zijn formantentheorie: hij beweerde, dat de trillende ademstroom aan de mondresonator stoten meedeelt en daardoor zelf nieuwe tonen doet ontstaan, die met de grondtoon disharmonische verbindingen kunnen vormen: zij zijn de formanten van de klinker.

Bibi.: Lehrbuch der Physiologie (14de dr., 1910); Lehrbuch der experimentellen Toxikologie (1874); Untersuchungen zur allgemeinen Muskel- und Nervenphysiologie (1867-1868); Handbuch der Physiologie (6 dln, 1879-1883, met andere vakgenoten).

< >