L., plantengeslacht uit de familie der Lipbloemigen (Labialen) met 8 soorten in Europa en Azië, overblijvende kruiden met meest ingesneden bladeren, gedrongen schijnkransen van bloemen met een klokvormige, 5-nervige, 5-tandige kelk met iets ongelijke, doornige tanden, een platte of gewelfde, gave boven- en een 3-spletige onderlip en onder de bovenlip opstijgende meeldraden, waarvan de voorste langer zijn, en met gladde, droge, 3-kantige vruchtjes. In Nederland wordt gevonden op ruigten, langs wegen en de rivieren: [i]L.
Cardiaca[/i] L. of Hartgespan, een tot 1m20 hoge plant met gesteelde, afstaande, beiderzijds behaarde, van boven donkergroene, van onderen iets grijsgroene bladeren, waarvan de onderste handvormig 5-spletig, de hogere 3-lobbig of 3delig zijn, en met lichtpurperkleurige bloemen met een van buiten wollige bovenlip, terwijl L. sibiricus L., uit Siberië, adventief is waargenomen.
