C11H23.COOH, komt als glycerine ester, dus als vet, voor in laurierolie, maar vooral ook voor 45-50 pct in de kokosnootolie. Het kan daaruit door verzeping gewonnen worden en het vormt witte, in water niet oplosbare, enigszins vettig aanvoelende kristallen, die bij 44 gr.
C. smelten. Aan zepen geeft laurinezuur een sterk schuimvormend vermogen.