Zweeds dichter (Vasteras 15 Mei 1807 - Uppsala 22 Dec. 1878), was taalkundige en literatuurhistoricus en werd na verschillende reizen in het buitenland in 1845 benoemd tot hoogleraar in de nieuwe letterkunde, later in de aesthetica en in 1858 in de taalkunde te Uppsala. Hij schreef voornamelijk lyrische, echter weinig oorspronkelijke poëzie.
Bibl.: (voornaamste werken): Ungdomsminnen fran sangens stunder (Uppsala 1830), Nyare sanger (1833), Lyriska stycken (1837-1839). Verder geschriften over Dante (1865 en 1875), Schiller (1854) en zijn schoonvader Esaias Tegnér (1847). Zijn werken werden verzameld als Samlade skrifter (6 dln, 1865-1881) en Valda dikter (1895).
