is de naam van een plantenorde uit de groep der sympetale Dicotylen, opgesteld door A. W.
Eichler voor de families, gekenmerkt door zygomorphe, 5-tallige, 2-slachtige bloemen met een 2-lippige kelk en kroon, 5 of 4 op de kroon ingeplante meeldraden en een bovenstandig vruchtbeginsel uit 2 mediane vruchtbladen, dat door vorming van valse tussenschotten veelal 4-hokkig wordt. De vrucht is een doos- of 4-voudige dopvrucht, zelden een bes. De bedoelde families zijn o.a. de Scrophulariaceeën, Labiatae, Lentibulariaceeën, Gesneriaceeën, Bignoniaceeën, Acanthaceeën, Verbenaceeën, Plantaginaceeën, Orobanchaceeën en Globulariaceeën.
