noemt men bewoonde plaatsen, dorpen of conglomeraties, waarin te velde zijnde troepen worden gelegerd. Hoe ruimer het kantonnement is, hoe gunstiger, uit een oogpunt van comfort en gezondheidstoestand, het is voor de troepen.
Daarentegen kost het samentrekken der troepen meer tijd dan bij enge kantonnementen. Tot deze laatste zal men in ’s vijands nabijheid dikwijls genoodzaakt zijn. Hierbij kan het voorkomen, dat een deel der troepen moet bivakkeren, d.i. in de open lucht slapen, waarbij men zich, o.a. door middel van draagbaar tentmateriaal, zo goed mogelijk enige dekking verschaft. Een derde vorm van legering, het kamperen, wat vroeger regel was, komt thans te velde zelden meer voor.