Spaans kardinaal (Valladolid 1388 - Rome 26 Sept. 1468), trad 1404 in de Dominicaner-orde, werd 1431 magister sacri palatii te Rome, 1433 pauselijk theoloog bij de concilies van Bazel en Ferrara-Florence en 1439 kardinaal. Hij was een uitmuntend geleerde, zowel als theoloog als in de kanonieke wetenschap.
Van zijn 27 gedrukte en ca 14 ongedrukte werken worden hier vermeld Summa de Ecclesia (Rome 1489), waarin hij in enigszins vage termen de indirecte macht van de Kerk over het tijdelijke leerde en Commentarii in Decretum Gratiani (6 folio-dln, Lyon 1519) .Lit.: R. Lederer, Der spanische Kardinal J. T. und seine Schriften (1879); M. Jouwe, T., grand inquisiteur d’Espagne, 2de dr. (Paris 1935).