Vlaams plaatsnijder (Antwerpen 1578-1649), leerling van Filips Galle sedert 1595, werkte met hem gedurende vijftien jaar. Hij werd meester van het St Lukasgilde in 1610.
Vóór dit jaar ondernam hij een reis naar Italië. Deken van het St Lukasgilde wordt hij in 1627. Zijn tecliniek was nauw verwant met die van Filips Galle en de gebroeders Wierix, al is zij niet zo fijn, vooral in zijn grotere prenten. Onder de graveurs, die behoren tot de school van P. P. Rubens, behoort J.
B. Barbé tot die van het proeftijdperk. Hij beoefent nog steeds een techniek, die aan de i6de-eeuwse manier van graveren herinnert. Niettegenstaande zijn behendigheid in het weergeven van de vorm, heeft hij evenwel de werking van het geheel en de interpretatie van de kleuren niet bereikt, die P. P. Rubens wilde bereiken door middel van de graveerkunst.Bibl.: Lijst van zijn werk in Meyer, Künstlerlexikon, II, 720; L. Hymans, Gravure Ecole Rubens (1879), 7, 17, 18, 19, 198.
