Russisch filosoof (Moskou 3 Apr. 1806 - St Petersburg 23 Juni 1856), is een der grondleggers van het Slavophilisme. In zijn jeugd kwam hij onder de invloed van de Duitse idealistische filosofie en het liberalisme.
In 1845 vond er onder invloed van Schelling een ommekeer in hem plaats. Hij verwijderde zich van het liberalisme en werd als Slavophiel bewonderaar van het feodalisme.Bibl.: Iets over het karakter van Poesjkin’s poëzie (Russ., 1828); Overzicht van de Russische literatuur (Russ., 1831). Verz. werken (Russ., Moskou 1861,21921); Drei Essays (Duitse vert. d. H. v. Hoerschelmann, 1921); Russlands Kritik an Europa (Duitse bloemlez., uitg. d. N. Bubnoff, 1923); Verz. werken uitg. d. M. O. Gersjenzon (Moskou 1910).
Lit.: V. Ljaskowskij, Bratja K. (St Petersburg 1899, de gebroeders K.); T. G. Masaryk, Russland u. Europa I (1913).
