of gospodar, Slavisch woord (ook door de Roemenen overgenomen) van de stam gospod-, die in vorm treffend gelijkt op Grieks δεσπότις en ook dezelfde schakeringen in betekenis vertoont. Thans is hospodár (Oekraïens), gospodar (Servisch), hospodář (Tsjechisch), hospodar, gospodar (Roemeens) „huisheer”, vooral „hoofd van een boerenbedrijf” (Duits: Landwirt).
Vroeger duidde deze titel meer op vorstelijke waardigheid; in het bijzonder was dit de benaming van de vorsten in Moldavië en Walachije en Litauen.