familie van Italiaanse vioolbouwers. De oudste, Andrea (ca 1626 - Cremona 1698) was leerling en navolger van Amati*.
Zijn oudste zoon, Pietro Giovanni (Cremona 1655 Mantua 1728), werkte grotendeels te Mantua; zijn jongste, Giuseppe Giovanni Battista (Cremona 1666 - ca 1740) werkte zijn ganse leven in het vioolbouwcentrum Cremona. Bekend is verder nog Pietro (Cremona 1695 - Venetië 1762), een neef van Andrea, die te Venetië werkzaam was. Het beroemdste lid der familie is Giuseppe Antonio, bijgenoemd del Gesù. Volgens sommige onderzoekers zou hij een kleinzoon van Andrea geweest zijn; zij geven als data: Cremona 1698-1744. Volgens anderen een neef van dezelfde (Cremona 16 Oct. 1687 - 1745). Overeenstemming bestaat over de kwaliteit en de karakteristieken van zijn instrumenten: hij distancieerde zich van het Amati-model en keerde terug tot de traditie van de vroege Brescia-school van Paolo Maggini en Gaspara di Salò.
Zijn instrumenten kenmerken zich door forse vormgeving en een rijke en krachtige toon. Paganini heeft o.a. een van zijn violen bespeeld.J. WISSE
Lit.: W. H. Hill, The Violinmakers of the Guameri Family (1931); H. Petherick, Joseph Guarnerius (1916).