is de naam voor werkwoorden. die aanduiden dat een handeling herhaaldelijk plaats heeft. In het Indo-Europees werden deze werkwoorden gevormd met een suffix ejo-, dus met hetzelfde suffix, waarmede ook de causatieven werden gevormd.
Zo bijv. Grieks („heen en weer dragen”, Gotisch wagjan „heen en weer bewegen”. In het Nederlands worden frequentatieven gewoonlijk gevormd door middel van de suffixen -elen, -eren, zoals stotteren naast stoten, krabbelen naast krabben.Lit.: De Jager, Woordenb. d. Frequentatieven i.h. Ned. (2 dln, Gouda 1875-1878).