Duits geoloog (Esslingen 30 Apr. 1829 - Oberdöbling, bij Wenen, 18 Juli 1884), vestigde zich in 1856 als privaatdocent te Wenen. Hem werd vergund deel te nemen aan de expeditie der „Novara”, maar hij verliet het schip in Nieuw-Zeeland, om er, op verzoek van het koloniaal bestuur, de steenkolenlagen, vulkanen, warme bronnen enz. te onderzoeken.
In het begin van 1860 was hij te Wenen terug en was van 1860-1881 hoogleraar aan het Polytechnisch Instituut.Bibi.: Die ausgestorbenen Riesen vogel von Neuseeland (1862); Neuseeland (1863); Geologische Beobachtungen auf der Novara-Reise 1857-1859 (1866); Die geologischen Verhältnisse des östlichen Teils der europäischen Türkei (1870-1873); Die Erde nach ihrer Zusammensetzung, ihrem Bau und ihrer Bildung (1875); Asien, seine Zukunftsbahnen und seine Kohlenschätze (1876); Leitfaden der Mineralogie (15de dr., 1901).
