zijn ziekteverschijnselen die voorkomen bij beschadiging van het zgn. extrapyramidale stelsel. In de hersenen worden twee grote bewegings-centra onderscheiden: 1. het pyramidale stelsel, dat gevormd wordt door de pyramidevormige cellen in de voorste centrale winding van de wandbeenkwab; 2. het extrapyramidale stelsel, dat gevormd wordt door een groep diep in de hersenmassa gelegen kernen (lenskern, staartkern, rode kernen, subthalamus).
De uitlopers van het pyramidale zowel als van het extrapyramidale kernstelsel gaan naar de motorische voorhoorncellen van het ruggemerg. Bij aandoeningen van het extrapyramidale stelsel ontwikkelen zich twee tegengestelde verschijnselen: 1. bewegingsarmoede en 2. onwillekeurige bewegingen.Een van de meest kenmerkende ziekten van het extrapyramidale systeem is de paralysis agitans of ziekte van Parkinson. Voor de bij deze en andere extrapyramidale ziekte optredende onwillekeurige bewegingen z bewegingsstoornissen.