Duits physioloog (Alst-Gersdorff 5 Aug. 1834 - Leipzig 27 Jan. 1918), werd in 1862 docent in de physiologie te Leipzig, in 1865 hoogleraar te Wenen, 1870 te Praag, 1895 te Leipzig. In 1915 trad hij af als hoogleraar.
Hering is vooral bekend wegens zijn werk op het gebied van de ademhaling en de physiologische optiek (lichtzin, ruimtezin). Tegenover de driekleurentheorie van Young-Helmholtz (z kleurenzien) verdedigde Hering een vier-kleurentheorie. Tegenover de empiristische opvattingen van Helmholtz* omtrent de optische ruimte stelde Hering een nativistische theorie.Lit.: Hirschberg, Gesch. d. Augenheilkunde, Handb. d. ges. Augenheilk., 2de dr., Bd 15, Abt. 1, Kap. XXIII, blz. 204-206 (Leipzig 1915).