(Diasclerale doorlichting) (Gr: διαφανής, diaphanes, doorschijnend; σκοπεἴν, skopein, zien), is een oogheelkundige onderzoekmethode, die ten doel heeft uit te maken, of een met behulp van de oogspiegel in het inwendige van het oog waargenomen afwijking een ondoorschijnend gezwel is, of bijv. een doorschijnende netvliesloslating. Hiertoe wordt tegen de buitenzijde van de oogbol een kleine intense lichtbron gebracht.
Indien zich tussen de lichtbron en de pupil een massief gezwel bevindt, blijft de pupil donker. Indien de afwijking echter een netvliesloslating is, licht de pupil rood op, evenals dat in het normale oog steeds het geval is. Het voor het doorlichten gebruikte instrument wordt diaphanoscoop genoemd.Lit.: H. J. M. Weve, Leerb. d. oogheelk. onderzoekingmethodes (Leiden 1942).