is een instrument voor het uitzetten in een tekening of kaart van punten, waarvan de coördinaten gegeven zijn, dan wel voor het meten van coördinaten van in een tekening of kaart voorkomende punten.
Men kan twee typen onderscheiden: de rechthoekige coördinatograaf en de poolcoördinatograaf. Het eerstgenoemde type bestaat uit een rechthoekig raam, waarop een slede zich volgens een rechte lijn kan bewegen, terwijl op die slede een tweede slede is aangebracht, die eveneens rechtlijnig kan worden bewogen in een richting loodrecht op de bewegingsrichting van de eerste slede. Aan de tweede slede is een potlood of piquoir aangebracht, waarmede de uit te zetten punten op het papier kunnen worden gefixeerd.
Moeten coördinaten worden opgemeten, dan kan het potlood of piquoir worden vervangen door een microscoop. Bij sommige typen is een piquoir in het microscoop gebouwd.
Om de stand van de sleden te kunnen aflezen zijn het raam en de eerste slede voorzien van verschillende schaalverdelingen, corresponderende met verschillende schalen van kaart of tekening.
De poolcoördinatograaf bestaat uit een ringvormig frame, waarop een eveneens ringvormige rand kan draaien. Deze rand is voorzien van een brug, waarop een slede, met potlood, piquoir of microscoop, rechtlijnig kan worden bewogen. Op de rand en de brug zijn schaalverdelingen aangebracht, waarop men de stand van rand en slede kan aflezen.
PROF. DR R. ROELOFS.