(1, fysiologische optiek) is een groep van verschijnselen, die ontstaan doordat een lichtbron in het gezichtsveld invloed heeft op de waarneming. Indien deze invloed alleen de helderheid betreft, spreekt men van helderheidscontrast. Indien de kleurwaarneming wordt beïnvloed spreekt men van kleurcontrast. Aangezien verwarring zou kunnen ontstaan met de onder 2 vermelde betekenis, is er een streven om voor het sub 1 vermelde begrip het woord contrast te vervangen door inductie.
(2, verlichtingstechniek). De verhouding tussen de helderheid van twee lichtbronnen, in het bijzonder de verhouding tussen de helderheid van een lichtgevend object en zijn achtergrond.