(ook wel: Kochem), een op 51 km beneden Trier aan de linkeroever van de sterk kronkelende Moezel gelegen stadje met (1939) 5255 inw.; ligt in een der mooiste gedeelten van het Moezeldal. De in 1689 door de Fransen verwoeste burcht werd in 1869-1877 herbouwd.
De spoorweg van Trier volgt in het laatste gedeelte niet de 20 km lange dalkronkel („Cochemer Krampen”) doch bereikt de stad door de 4,2 km lange Kaiser Wilhelm-tunnel (tussen Eller en Cochem). Van Romeinse oorsprong, werd de plaats in 1332 tot stad verheven en maakte eeuwenlang deel uit van het keurvorstendom Trier. Van 1794-1815 behoorde Cochem aan Frankrijk.