Jacq. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Veelknopigen (Polygonaceeën). Het onderscheidt zich door tweeslachtige bloemen met een 5-delig, gekleurd, later vlezig wordend en blijvend bloemdek, 8 meeldraden en een éénhokkig vruchtbeginsel met 3 stijlen en 1 zaadknop, dat tot een 3-kantig vruchtje wordt. Het omvat ca 125 soorten bomen van middelmatige grootte, groeiend in tropisch Amerika, van welke sommige voor geneeskrachtig worden gehouden, terwijl andere wegens de fraaie bladeren en bloemtrossen tot de sierplanten behoren.
Van de soorten noemen wij: C. uvifera L. of strand-druivenboom, die ter hoogte van 5-10 m in Centraal-Amerika groeit, grote, hartvormige, lederachtige bladeren, nagenoeg witte bloemtrossen, benevens rode, eetbare vruchten ter grootte van kersen draagt, en de Westindische of Amerikaanse kinogom (z kino) die in het harde, rode hout een fraaie rode verfstof oplevert, voorts C. pubescens L. (syn. C. grandifolia Jacq.) met zeer grote, ronde, bruinbehaarde bladeren, veel te zien in kassen.
