Romeins jurist onder de keizers Augustus en Tiberius, consul in 5 n. Chr., gest. in 22 n.
Chr. Van hem wordt ons door Pomponius (Dig. 1.2.2.47) en Tacitus (Ann. 3.75) bericht, dat hij in velerlei opzicht een scherpe tegenstelling vormde met zijn tijdgenoot M. Antistius Labeo. Deze was republikein en in de wetenschap een man van nieuwe denkbeelden, Capito daarentegen iemand, die zich liefst hield aan het bestaande.
De tegenstelling tussen deze twee mannen zou, naar Pomponius meende, geleid hebben tot het ontstaan van twee scholen van rechtsgeleerden te Rome: de Sabinianen en de Proculianen. De eersten knoopten dan aan Capito aan, de laatsten aan Labeo.Lit.: B. Kübler, Gesch. d. röm. Rechts (1925), blz. 260.