In de middeleeuwen beschouwde men het bouwen van bruggen als een werk van naastenliefde ten gerieve van reizigers, vooral pelgrims. Zeer veel bruggen werden aan de H.
Nicolaas toegewijd. In Zuid-Frankrijk bestond tussen 1189 en ca 1410 een religieuze Orde van bruggenbouwers, de „fratres pontifices”. Spoedig werden boven de middenpijler kapellen opgericht, die tevens als richtingwijzers voor de schippers dienden. De brugheiligen namen in de latere middeleeuwen de plaats in van de grote brug-kruisbeelden; het zijn de heiligen Nicolaas, Christoffel en (na de 16de eeuw) Johannes Nepomuk.Lit.: J. Jusserand, La vie nomade et les ponts d’Angleterre au moyen-âge, in Rev. Hist. 19 (1882), 265-307.