d.i. dapperen, enkelv. bravo, is de benaming waarmee de vooral in de 17de eeuw in Italië veel voorkomende en gebruikte gehuurde moordenaars worden aangeduid. Aanvankelijk had het woord geen slechte betekenis en werd gebezigd voor de volgelingen der grote adellijke huizen of voor het in de literatuur welbekende type van de snoevende edelman.
Later, het eerst en langst in Venetië, waren de bravi verlopen lieden, die voor geld elke verlangde misdaad pleegden. Ten tijde der Spaanse heerschappij hadden de meeste edelen hun eigen bravi in vaste dienst. In Manzoni’s Promessi sposi is het bravi-wezen in Noord-Italië treffend geschilderd.