is de oudste vorm van Indisch schrift, waarvan het bekende (Deva)Nâgarî-schrift en de meeste andere systemen zijn afgeleid. Ondanks sommige pogingen om de bakermat er van in Indië zelf te plaatsen, wordt thans de theorie van Bühler, als zou het van het Semietische alphabet afstammen en dus in feite dezelfde oorsprong hebben als ons Westerse schrift, algemeen aanvaard.
Waarschijnlijk voerden kooplui het ca 800 v. Chr. in Indië in, waar het gebruik er van lang beperkt bleef tot handelsdoeleinden. Van welk tijdstip af het ook voor literaire teksten werd gebruikt, is moeilijk te zeggen. Nu nog stelt de Indiër het gesproken boven het geschreven woord. Het Brâhmî-schrift dat 44 tekens telde, in plaats van de 22 van het Semietische alphabet, kende een steeds groeiend succes, zodat het van ca de 5de eeuw zelfs het Kharosthi-schriit, dat van het Aramese alphabet afstamde, heeft verdrongen.Bibl.: Buehler, Indische Palaeographie (Grundriss d. Indo-Arischen Phil. I, 2., Strassburg 1896); Idem, On the origin of the Brahma-Alphabet (ibid., 2de ed. 1898).