Russisch sociaal-revolutionnair onder het Tsarisme (1862 - Parijs 30 Oct. 1938), later contra-revolutionnair, dankt zijn bekendheid aan zijn gave om de talrijke spionnen en provocateurs, die de tsaristische politie in de gelederen der revolutionnairen zond, als zodanig te herkennen en te ontmaskeren. Beroemd is in dit verband zijn ontmaskering van Azef, wat hem de bijnaam van de „Sherlock Holmes der revolutionnairen” bezorgde.
Reeds in Wereldoorlog I echter verliet hij het revolutionnaire standpunt door voor de godsvrede op te komen. Na de eerste revolutie van 1917 bestreed hij de bolsjewiki als Duitse spionnen en na de tweede revolutie van dat jaar, die de bolsjewiki aan de macht bracht, steunde hij de witte generaals, met name Wrangel. Later, naar Parijs uitgeweken, gaf hij daar het emigrantenblad Obsjtsjee Delo (Gemeenschappelijke Zaak) uit.
Bibl.: Za sto let (London 1897), een verzameling documenten over de Russ. revol. beweging; Protokoly Sionskich Moedretsow, Dokazannyj podlog (Paris 1938).